In de bouw kijken we wel eens jaloers naar andere industrieën en dan met name naar de automobielindustrie. Wat een geweldige systemen hebben ze daar, zowel in het ontwerp als uitvoering wordt alles van “a tot z” volgens vooraf gemaakte afspraken geregeld. Dat heeft als resultaat dat er in een productielijn op het allerlaatste moment nog modificaties gerealiseerd kunnen worden. Toch een andere kleur? De computer bij de dealer vertelt u of de auto al gespoten is!
Toch is het niet helemaal waar, het lijkt maar zo.
Om te beginnen is het aflevermoment van de auto aan allerlei puur willekeurige factoren onderhevig. De besteldatum en geplande levertijd suggereren dat de auto op een zeker moment van de band afkomt maar niets is minder waar. In mijn geval had ik het allemaal goed uitgezocht en zou de bestelde auto 6 maanden later mijn toenmalige bolide gaan vervangen. Uit de tussentijdse peilmomenten (ik hield regelmatig telefonisch contact met de dealer) bleek dat alles nog steeds op schema liep.
Tot het moment dat ik 4 maanden later belde en bleek dat de auto de week erop zou worden afgeleverd.
De dealer wist mij “trots” te vertellen dat de auto “nu al” geleverd was bij de Nederlandse importeur en dat binnen een week de levering bij de dealer gepland stond. Opvallend was trouwens wel dat ook dit keer het initiatief om contact op te nemen bij mij lag, ik zou anders wellicht pas een dag van te voren wat hebben gehoord… Lekker klantvriendelijk weer (zie mijn vorige column)…
Enfin, de levering maar “geaccepteerd” en mijn andere auto in de verkoop gezet (ben ik overigens nog steeds niet kwijt, iemand interesse in een gezinsauto op LPG?).
Nu blijkt – na al 2 keer in 4 maanden een nieuwe boordcomputer van € 2400 / stuk te hebben gekregen – dat de problemen met de elektronica die ik heb mogen ervaren schijnen te worden veroorzaakt door een niet goed passende kabelboom.
Het (niet) mooie is dat deze kabelbomen weliswaar bestaan uit standaard onderdelen maar dat niet standaard dezelfde onderdelen worden gebruikt. De door de Duitse fabriek aangeleverde kabelboom bleek niet te passen. Nu maar hopen dat de nieuwe zending wel op maat wordt gemaakt.
Leve de standaardisatie, of toch nie?
Author Archive for rob
Standaardisatie, ofnie?
Klantonvriendelijk
Na ongeveer 10 minuten wachten na gearriveerd te zijn op het zonnige terras weet ik eindelijk de attentie van een van de medewerkers van het etablissement te trekken. Ik blijf rustig “Goedendag, ik zou graag wat willen bestel…” Nog voor ik mijn zin af kan maken wordt er gesnauwd “Dan moet u bij mijn collega zijn!”. Verbaasd blijf ik wachten tot ik met veel handgebaren ‘de collega’ zover weet te krijgen om zich te verplaatsen naar onze tafel. Onderweg naar onze tafel rekent de collega terloops nog een keer of 2 af bij andere tafeltjes en net voordat terrasmedewerker aankomt (ik zit al hoopvol klaar) wordt gestart met het afruimen van de tafel van de buren.
Mijn tafelgenote weet dat ik niet zo goed tegen dit soort situaties kan en wordt onrustig.
Met stemverheffing probeer ik de aandacht te trekken “Pardon, wij willen graag bestellen!”. Als reactie wordt over de schouder “een ogenblikje, ik kom zo bij u” toegeblaft.
Opnieuw wordt ons geduld op de proef gesteld. We kwamen hier toch omdat ze hier van die lekkere salades hadden? De geweldige service kunnen we ons niet meer herinneren.
Na nog een keer of 3 wenken, roepen en zwaaien heeft de terrasmedewerker gelukkig een gaatje in zijn blijkbaar overvolle agenda weten te vinden. Ineens staat ‘ie voor onze tafel en zonder woorden maar met een of andere keelklank en hoofdgebaar probeert hij ons een bestelling uit te lokken. Wij bestellen een zoete witte wijn en een glas bier en bovendien verzoeken we de lunchkaart want welke salade we hier ooit exact hebben gegeten dat weten we niet meer.
Nog steeds zonder woorden, ook zonder hoofdgebaren maar wel erg diep zuchtend start de terrasmedewerker zijn zoektocht naar een lunchkaart. Dachten we. Ineens zien we ‘m tussen de tafels door lopen met een dienblad met bestellingen. Op het moment dat we ‘m terug naar binnen zien lopen met een leeg blad blijkt dat onze bestelling er niet bij zit. De lunchkaart is ook nog steeds niet gebracht.
Na 45 minuten zetten we onze aftocht van het terras in en onderweg komen we de medewerker en onze drankjes tegen. “Wij hadden graag wat willen eten. Jammer dat het u niet uitkwam vandaag”, weet ik nog net uit te brengen…
Nou dan!
Iedereen klaagt erover maar niemand doet wat… Oké, een beetje gechargeerd, overtrokken wellicht, maar dat heel veel mensen zich ergeren aan de opstelling van medisch specialisten is toch wel waar volgens mij.
Momenteel maak ik van zeer dichtbij mee hoe een ziekenhuis wordt gerund. Met een mij dierbare heb ik de afgelopen weken ziekenhuis in, ziekenhuis uit gelopen. De tijd tussen in- en uitlopen duurde meestal veel langer dan gepland. Dat komt doordat medisch specialisten nooit op tijd lijken te werken, meer patiënten aannemen dan dat ze eigenlijk aankunnen of gewoonweg niet willen plannen. Alle goede bedoelingen van de assistentes, tegenwoordig secretaresses genaamd, om de afspraken zo goed mogelijk te plannen ten spijt, durven de artsen je soms langer dan uur op een afspraak te laten wachten.
Het ultieme gebeurde. Na een uur wachten moest mijn dierbare naar het toilet. En ging. Toen ik de arts, die zijn spreekkamer uit kwam en de naam van mijn dierbare door de gang scandeerde, vertelde dat mijn dierbare even naar het toilet was werd het dossier ter zijde gelegd en de volgende werd opgeroepen om naar binnen te gaan. Hij weigerde om nog geen 2 minuten te wachten.
Stel je voor dat je bij een dringende CAD-supportvraag vele minuten moet wachten tot je aan de beurt bent en daarna dagen moet wachten op ‘de uitslag’ van de resultaten van de supportmedewerker. Na die dagen wachten te horen krijgt dat er ook nog iemand anders naar moet kijken en je zelf maar terug moet bellen als je vindt dat het te lang duurt. Vervolgens komt de tweedelijns supportmedewerker erachter dat er een nieuwe versie van hetzelfde bestand nodig is om te bekijken, het liefst werken ze namelijk met een ‘verse’.
Zou u niet klagen? Een andere CAD-leverancier zoeken? De jaarlijkse onderhoudsfactuur niet betalen?
Nou dan!
Opgevouwen
k schrijf deze column in het vliegtuig onderweg naar Silicon Valley, San
Francisco, California. Het valt me op hoeveel makke schapen er in een hok
gaan, iedereen ondergaat lijdzaam de kwellingen die het opgevouwen in een
Boeing – van ooit onze nationale trots – met zich meebrengt. Ook valt het me
wederom op hoe vreselijk onpraktisch een vliegtuig eigenlijk is. De
gangpaden zijn te smal waardoor het elkaar passeren bijna niet mogelijk is,
en dan heb ik het al helemaal niet over de trolleys die te pas en
(voornamelijk) te onpas het pad blokkeren. Natuurlijk begrijp ik best wel
dat het een kwestie is van “economie”, hoe meer reizigers, hoe goedkoper de
vlucht.. Toch? Of hoe meer reizigers, hoe meer winst voor de
vliegmaatschappij? Al vaak heb ik gedacht aan de vergelijking die ik vaak
hoor; waarom werken we in de bouw eigenlijk niet op dezelfde wijze als in de
automotive-branche of vliegtuigindustrie? Alle processen zijn enorm goed op
elkaar afgestemd. Materialen worden daar prefab op de werkplaats aangeleverd
en alle ingenieurs werken perfect met elkaar samen, delen alle beschikbare
en benodigde informatie zelfs al werken ze bij een ander bedrijf of zijn ze
verantwoordelijk voor een deelgebied.
“Onze bouw” blijft een kwestie van traditie, ook in de komende jaren zijn
we hier nog niet van af. Wel maken we momenteel met zijn allen (bouwers en
aanpalende dienstverleners) een transitie door naar een veel meer op elkaar
afgestemde werkwijze.
Ik hoop werkelijk dat deze werkwijze niet zal resulteren in lawaaiige
oncomfortabele gebouwen zonder goede klimaatbeheersing.
Spannend!
Aanstaande donderdag kan ik mijn nieuwe auto bij de dealer ophalen. Het wordt een “kleinere” want onze kinderen zijn ondertussen pubers en gaan lang niet altijd meer alledrie mee met pap en mam. Het kopen van een nieuwe auto is leuk! Je doet erg veel voorwerk (via internet) en weet vrij snel in welke hoek je het moet zoeken. Het budget wordt al vrij snel bepalend en je wilt zo veel mogelijk auto (mét opties in mijn geval) voor je geld. Proefritten maken doe je niet op dezelfde dag onder dezelfde omstandigheden zodat vergelijken subjectief wordt en in je achterhoofd heb je eigenlijk al bepaald. Gebruikerservaringen lezen heb ik eigenlijk pas gedaan nadat de auto definitief besteld was. Het is tenslotte een erg emotionele en weinig rationele aanschaf en stel je voor dat iemand iets vervelends zegt over ‘jouw’ nieuwe auto, dat kan natuurlijk helemaal niet. Donderdag dus, dan staat ‘ie glimmend en wel met alle toeters en bellen erop klaar op me te wachten… spannend!
Vandaag ben ik weer eens op mijn 21 jaar oude scooter – zonder enige vorm van comfort – naar kantoor gereden en geniet dan met volle teugen van de Spartaanse manier van rijden. De wind door je kop, het schakelen met handversnelling, lawaaiige motor, de geur van de zee en de bloemen op de bollenvelden maken het rijden tot een waar festijn. Straks mag ik er weer op naar huis… spannend!
De relatie met CAD? Ik begrijp de gebruikers erg goed; de intrede van nieuwe software is… spannend. Vergeet echter niet dat het eindpunt halen vaak sneller gaat met vertrouwde techniek!
Papegaaien
Sommige mensen maken anderen mensen die dingen zeggen die ook door anderen
worden gezegd uit voor papegaaien… Deze kwalificatie valt vervolgens
verkeerd bij de mensen die de dingen zeggen die door andere mensen worden
nagezegd. Helaas wordt degene voor wie de boodschap uiteindelijk bedoeld is
niet veel wijzer van deze gang van zaken. Het komt maar al te vaak voor dat
mensen die dingen zeggen onderling bakkeleien over de dingen die ze zeggen
terwijl ze eigenlijk moeten kijken tegen wie er wordt gesproken. Luistert
die eigenlijk wel?
“Bim, Bam, Bom!” Laten we de luidste klokken luiden nog vóór we de boodschap
brengen of brengen we ons verhaal met stille trom?
Je kunt namelijk wel wat zeggen maar vertel je ook wat? Maak je alleen maar
geluid of heb je werkelijk een boodschap te brengen? Heb je een heel goed
verhaal en wil je dit van de daken schreeuwen maar doe je het niet omdat dat
niet gebruikelijk? Fluister je daarom je boodschap naar degenen die hun best
doen om je te horen? Of laat je iedereen weten dat jouw verhaal het verhaal
is dat iedereen zou moeten horen maar heb je eigenlijk niet veel te
vertellen?
Ik zou graag willen zeggen: “als je mijn boodschap niet kunt horen, dan moet
je harder luisteren!”.
Mooie postzegel erop
Spam staat voor ongewenste post of ongewenste reclame en iedereen heeft er last van. Het lezen en verwijderen ervan kost veel tijd en is bijna niet te voorkomen. Vanmorgen op de radio hoorde ik dat er in het afgelopen jaar van alle e-mail verkeer maar liefst 95% als spam te categoriseren valt. Eigenlijk was dit nog goed nieuws ook want volgens de deskundige die aan het woord was is dit percentage in de voorgande jaren zelfs 97 en 98% geweest. De oplossing lijkt eenvoudig; installeer een spamfilter of vraag aan je provider of zij alle spam voor je uit de mail verwijderen.
Als je echter, zoals ik, nieuwsgierig van aard bent en tijdens het werken op de computer altijd je mailprogramma open hebt staan wordt je aandacht door het knipperende envelopje op je scherm net zolang getrokken totdat je hierop klikt. Op een slechte dag gebeurt dit een keer of 45. Helaas komt je verwachting dan maar al te vaak bedrogen uit, het bericht blijkt alsnog te gaan over libidoverhogende middelen, is een cc van een mail aan je collega over een nietszeggend onderwerp of het is – nog erger – een niet-verwacht bericht dat onmiddellijke attentie vereist. En ondertussen komt de ham (alle e-mail die geen spam is) toch in de spam-box terecht…
Wat te denken van de varianten op spam zoals spim (spam via msn of skype), scam (frauduleuze berichten), pham (sms spam) en belam (blauwe enveloppen).
Ik zou graag meer gewenste post tegemoet zien. Het liefst met een mooie postzegel erop en tegelijk per dag als een stapeltje verzameld op mijn bureau. Waarschijnlijk houd ik dan meer tijd over om mijn relaties wat vaker te bellen of bezoeken en op tijd mijn werk af te hebben.